Naar schatting 21 procent van alle Nederlanders heeft schouderklachten. Hoewel we het altijd over ‘het schoudergewricht’ hebben, is de schouder eigenlijk opgebouwd uit twee afzonderlijke gewrichten.
Het ene (glenohumerale) gewricht zorgt ervoor dat de bovenarm en het schouderblad ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. Daarboven bevindt zich het andere (acromioclaviculaire / AC gewricht) gewricht dat ervoor zorgt dat u sleutelbeen en schouderblad ten opzichte van elkaar kunt laten bewegen. In beide gewrichten kan artrose ontstaan. Deze aandoening wordt ‘omartrose’ genoemd.
Kraakbeen werkt als een soort van ‘schokdemper’ in de gewrichten en zorgt er eveneens voor dat de gewrichten soepel over elkaar kunnen blijven glijden. Wanneer dit elastische weefsel gaat afslijten, kunnen de schoudergewrichten minder soepel en minder ver bewogen worden. Vooral tijdens het bewegen kan er pijn optreden. Net als vele andere vormen van artrose kan deze aandoening gepaard gaan met start- of ochtendstijfheid. De gewrichten doen pijn en zijn stijf na een langere tijd van rust. Na verloop van tijd nemen deze klachten weer af naarmate men in beweging komt. In een vergevorderd stadium kan vrijwel de volledige kraakbeenlaag tussen de gewrichten verdwenen zijn. Er ontstaat dan bot-op-botcontact. Dit kan als zeer pijnlijk worden ervaren. Het lichaam zal het verlies aan kraakbeen proberen te corrigeren door aan de randen van het schoudergewricht botweefsel aan te maken. Daardoor wordt het gewricht breder en de druk over een groter oppervlak verdeeld.
Helaas geldt bij slijtage van het kraakbeen: wat eenmaal weg is, komt niet meer terug. De behandeling is er dan ook op gericht om het nog aanwezige kraakbeen zo gezond mogelijk te houden. Meestal wordt er dan ook doorverwezen naar een fysiotherapeut. Door middel van oefeningen wordt de patiënt geleerd om de schouders anders te belasten. Zware inspanningen worden afgeraden, maar lichte inspanningen zijn juist weer goed om de gewrichten soepel en de spieren sterk te houden. Gaat de gewrichtsslijtage gepaard met pijn, dan kan de arts ontstekingsremmers voorschrijven. Het nadeel van NSAIDs (diclofenac, ibuprofen, naproxen, celecoxib, etc.) is, dat ze een hele serie van vervelende bijwerkingen kunnen veroorzaken. Wilt u dat liever niet, dan is het aan te raden om eens naar een natuurlijk alternatief te kijken. Zoals bijvoorbeeld een vloeibare combinatie van Groenlipmossel en Curcumine. Bij 70 procent van de artrosepatiënten geeft deze natuurlijke pijnstiller en ontstekingsremmer na verloop van tijd (gemiddeld 4-5 weken, max. 80 dagen) hetzelfde resultaat als een geneesmiddel. Tot op heden zijn er nog geen bijwerkingen gemeld bij het gebruik van Groenlipmossel en Curcumine. Bij vergaande artrose kan het schoudergewricht uiteindelijk vervangen worden door een schouderprothese.
Wij zijn aangesloten bij het Rijnland Schoudernetwerk, we zijn geregistreerd lid van 'De Fysiotherapeut', wij zijn aangemerkt als A-Praktijk door 'Zorg en Zekerheid' en wij zijn lid van het Rijnland Heup-Knie Netwerk.
De praktijk is aangesloten bij de klachtenregeling van de KNGF.
Info klachtenregeling
Polderpeil 370
2408 SG Alphen aan den Rijn
Telefoon: 0172 - 477 073
Email: info@fysioavondpraktijk.nl
KvK: 27359312
Wilt u op de hoogte blijven van oefeningen en onze laatste tips? Meldt u hier aan:
Copyright 2023 FysioAvondpraktijk H.J. Bons, Alle rechten voorbehouden